Zo mogen Utrechtse studenten weer sporten: ‘Er is licht aan het einde van de tunnel’
Er is licht aan het eind van de tunnel. Zo voelt het voor studenten die eíndelijk weer mogen sporten. Leden van studentenvolleybalvereniging USV Protos uit Utrecht stonden zaterdag sinds maanden weer op het veld. ,,Wel buiten in plaats van binnen, maar we zijn alleen maar blij.”
De sportvelden van studentensportvereniging Olympos lijken allemaal gevuld. Hockey, voetbal, tennis en zelfs fitness worden allemaal buiten in het zonnetje uitgeoefend. Het lijkt, na maanden in een lockdown, weer éven op het normale normaal.
Veel regels
Zo ook op het beachvolleybalveld, waar de leden van USV Protos zaterdag voor het eerst weer een balletje mogen werpen. Maar normaal is het niet. Hoe soepel het spelletje gaat, zoveel voeten in de aarde had het opengooien van het nieuwe volleybalseizoen, vertelt voorzitter van de vereniging Julia Clardeij (24). ,,We moeten ons aan veel regels houden, die soms wat krom lijken.”
,,Tijdens het sporten hoeven we geen 1,5 meter afstand te houden, maar naast het veld wel. Ook mogen we geen drinken of eten aanbieden, moeten naast het veld in tweetallen staan – tenzij we op onze plaats oefeningen doen -, is het niet de bedoeling dat we externe wedstrijden houden en mogen we niet binnen maar wel buiten sporten. Daarom huren we nu buiten een veld, terwijl we normaal aan zaalvolleybal doen”, somt ze op.
Begrip
Een andere belangrijke voorwaarde om weer te mogen sporten, is dat alleen jongeren van 26 jaar of jonger mogen meedoen. Bij USV Protos geldt dat 10 procent van de leden nu alsnog thuiszit. ,,Het gaat om ongeveer twintig mensen die nu niet mee mogen doen. Wat is jammer en lastig, want nu vallen er teams uit elkaar. Maar gelukkig had iedereen begrip.”
Eerst leek het nog alsof er eerder verzwaringen in plaats van versoepelingen kwamen en plots mochten we weer sporten
– Julia Clardeij, voorzitter USV Protos
Het duurde even voordat de vereniging álle regels doorhad. ,,Het was ook heel abrupt allemaal. Eerst leek het nog alsof er eerder verzwaringen in plaats van versoepelingen kwamen en plots mochten we weer sporten. Daarna was het alle regels doorspitten op nieuwssites en de site van de overheid.”
Alleen maar blij
En omdat ze nu maar één veld tot hun beschikking hebben, traint ieder team nu eens in de twee weken. In tegenstelling tot normaal; dan wordt er twee keer in de week getraind en is er eens in de week een wedstrijd. Maar klagen doen ze niet. ,,We zijn alleen maar blij.”
Studente aardwetenschappen Hanna van de Mortel (23) komt bezweet en met een rood aangelopen hoofd van het veld. Ze straalt. Ze had zich al tijden verheugd om weer te mogen volleyballen. Het voelt goed, zegt ze met een lach. ,,Het is fijn om weer met het team te kunnen spelen. De afgelopen tijd was alles alleen. Je maakt er het beste van en probeert zelf te sporten, hardlopen en fietsen, maar een teamsport is echt veel leuker. Dan stel je het ook niet uit, waardoor er niks meer van komt, maar heb je een afspraak met elkaar en doe je het samen.”
Gek gevoel
Tijdens de lockdown leefde ze in haar computer, zegt ze. ,,Dat is echt een heel gek gevoel. Je probeert er het beste van de maken, maar op een gegeven moment word je helemaal gek. Je hebt de hele dag al achter dat ding gezeten en dan moet je je sociale leven ook nog zo doen. Soms keek ik daar dan echt tegenop”, zegt ze.
Dat sporten nu weer kan, geeft een heel goed gevoel
Van den Mortel woont in een studentenhuis met tien huisgenoten, die kon ze gelukkig gewoon blijven zien en daarmee vierde ze af en toe een huisfeestje. Toch was de winter ‘overleven’. ,,Ik dacht: die moeten we uitzitten, maar het duurt inmiddels allemaal iets langer dan ik van tevoren dacht. Ik heb me maar op mijn studie gestort. Dat sporten nu weer kan, geeft een heel goed gevoel. Er is licht aan het einde van de tunnel.”
Dit voelt goed
Erover nagedacht of ze wel mee zou doen, heeft ze eigenlijk niet. ,,Ik ga mezelf niet in een onveilige situatie brengen, maar ik weet dat we hier 1,5 meter afstand kunnen houden. Dit voelt goed.”
Teamgenoot en psychologiestudente Bente Schoots (21) is ook maar wat blij dat ze weer mag. Zij wacht nog op haar beurt om het veld op te gaan. ,,Het was saai de afgelopen maanden. Mijn wekelijkse ritme was heel anders, ik miste het teamcontact, de wedstrijdspanning en de competitievoorbereiding. Voor mij is dit echt belangrijk.”
Ze woont in een kamer van 10 vierkante meter, gelukkig wél met een woonkamer die ze met haar huisgenoten deelt. Die huisgenoten maakten de lockdown een stuk aangenamer. Maar sporten stond even op een laag pitje. ,,Mijn conditie is denk ik erg slecht nu. Ik ben benieuwd hoe ik het er zo vanaf breng.”
Bij sportcomplex Olympos op de Uithof in Utrecht zijn ze ook blij dat er weer iets mogelijk is. ,,Wij hebben twee soorten sporters: de verenigingssporters en de vrije sporters. Die laatste kunnen nog steeds alleen maximaal in tweetallen sporten. Dat houdt in: tennissen of klimmen. We hebben het nog nooit zo druk gehad op de tennis- en klimbaan als afgelopen winter”, vertelt directeur van Olympos, Cees Verhoef.
Sinds kort bieden ze ook weer krachttraining, met trainer, aan. ,,We hebben alle attributen buiten gezet en dat gaan we waarschijnlijk nog uitbreiden. Dat is zo’n beetje wat we nog kunnen doen nu, buiten online dingen aanbieden en podcasts opnemen. Het is allemaal improviseren”
Toen de buitenvelden van het complex woensdag weer open mochten, kwamen er meteen veel aanvragen binnen. ,,Het zat meteen redelijk vol. Wij hebben een soort scheidsrechter gespeeld zodat ook de binnenverenigingen capaciteit konden gebruiken. De dansvereniging en floorball doen dat naast volleybal bijvoorbeeld ook.”
Iedereen is blij dat er weer íets kan, zegt Verhoef. ,,Maar normaal hebben we zo’n zevenduizend mensen rondlopen, nu komen we daar niet eens bij in de buurt. Er zijn veel, zo’n tweeduizend, mensen die hun abonnement hebben laten verlopen. Die moeten we maar weer terug zien te vinden.”
,,Het is leuk dat er weer van alles kan, maar als je naar de financiën kijkt dan weten we echt nog niet hoe we dit rond kunnen krijgen. De Universiteit Utrecht en Hogeschool Utrecht dekken ons, maar financieel is dit een ramp.”
Bron: Indra Jager in de AD.